August 22, 2014
Artikel
Zesde zintuig, zin of onzin?

Alhoewel we het niet graag toegeven snappen we soms vrij weinig van het gedrag van onze honden. In sommige gevallen lijkt onze antropomorfe ‘kijk’ op de wereld wel heel letterlijk de boosdoener. Een kijkje in de zintuiglijke beleving van honden kan in dat geval verhelderend werken.

Een zintuig is een gespecialiseerd orgaansysteem dat een dier in staat stelt om specifieke prikkels te registreren waarmee het een bepaald gedeelte van de werkelijkheid waar kan nemen. Als we de menselijke zintuigen op een rijtje zetten komen we er volgens de oude indeling van Aristoteles nogal bekaaid van af. Wij mensen zijn zichtdieren en daarnaast gebruiken we (soms) ons gehoorsysteem en beschikken we verder nog over reuk-, tast- en smaakzin. Veel dieren beschikken daarnaast nog over aanvullende zintuigen waarmee bijvoorbeeld magnetische of elektrische velden waargenomen kunnen worden.

Wereld van geuren

Bij veel dieren functioneren de zintuigen vele malen beter of juist anders dan bij de mens. Een bekend voorbeeld is de reukzin van de hond. Aan de hand van een vergelijking tussen het aantal geurreceptoren en de grootte van het reukslijmvlies wordt geschat dat honden 1000-10000 x beter kunnen ruiken dan mensen. We weten dat geuren bij mensen bepaalde herinneringen kunnen oproepen, maar het is niet duidelijk of dit bij honden net zo werkt. Het feit dat het gedeelte van de hersenen dat zich bij honden met verwerking van geurprikkels bezig houdt ongeveer een derde van het totaal beslaat en daarmee 40 x groter is dan het corresponderende gedeelte bij mensen geeft in ieder geval aan hoe belangrijk geur voor honden is. Het verschil in reukvermogen komt er op neer dat als wij in de gaten hebben dat er een klontje suiker in de koffie zit, een hond een klontje suiker in een olympisch zwembad kan detecteren. Daarom moeten wij mensen een handdoek over een strandstoel leggen als visueel teken dat deze bezet is, een hond ruikt op grote afstand al een twee weken oude territorium markering van een soortgenoot.

De hondenneus

De hondenneus

Maar wat betekent het nu voor het dagelijkse leven van onze vierbenige metgezel dat zijn wereld primair uit geuren bestaat? Voorlopig blijft dit grotendeels een mysterie waar we eigenlijk alleen maar naar kunnen raden. De minutenlange interesse van een hond voor een eenvoudig polletje gras lijkt voor ons wellicht overdreven maar voor de hond is een urinegeur van een andere hond als een whatsapp berichtje dat hij moet lezen. Veel eigenaren denken dat hun hond niet zo slim is als deze een snoepje dat pal onder zijn neus ligt niet onmiddellijk ontdekt. Natuurlijk heeft Bello allang geroken dat er iets lekkers ligt alleen zal de geur voor zijn neus zo overweldigend sterk zijn en al uitgewaaierd in de lucht hangen dat hij even tijd nodig heeft om het centrum van de enorme geurwolk te ontdekken om zo het snoepje te lokaliseren. Onze verbale opdrachten aan de hond moeten concurreren met voor ons onzichtbare geurprikkels die de hond voortdurend van informatie over zijn leefomgeving voorzien. Voor ons onzichtbare prikkels die tot makkelijk tot misverstanden tussen mens en hond kunnen leiden.

Ander zichtvermogen

In sommige gevallen lijkt het zintuig van de hond op dat van de mens maar is het bereik waarbinnen wordt waargenomen juist beperkter. Als dit verschil door ons niet (h)erkent wordt kan dat eveneens tot onbegrip en misinterpretatie van het gedrag van de hond leiden. Een mooi voorbeeld is het verschil in kleurwaarneming tussen mensen en honden. Het waarnemen van kleuren berust eigenlijk op het vermogen van onze ogen om licht in verschillende golflengtes te kunnen zien en ook om die golflengtes te filteren. Dat filteren gebeurt door lichtgevoelige pigmenten in onze ogen, die splitsen het licht uit in rood, groen en blauw. Ons oog vangt licht en kleuren op via receptoren op het netvlies, de receptoren die rood, groen en blauw omzetten heten de kegeltjes. Mensen hebben drie soorten van deze kegeltjes, honden slechts twee. De consequentie daarvan is dat honden voor bepaalde kleuren kleurenblind zijn. Hun wereld nemen zij voornamelijk waar als geel, blauw en grijs.

Ogen

Ogen

Zelfs een prestige hondenshow als het jaarlijke Crufts in het Verenigd Koninkrijk verslikte zich ooit in dit simpele hondenfeit en hield hier geen rekening mee bij het ontwerp van de piste voor het flyball onderdeel. Het verhaal gaat dat er pas een bel ging rinkelen toen een gerenommeerd kampioen flyball moeite had zijn rode tennisbal terug te vinden op het groene kunstgras. Honden kunnen deze twee kleuren slecht van elkaar onderscheiden. Nog iets waar het zicht van honden zich in onderscheid van dat van mensen is dat honden bewegende objecten veel minder goed kunnen zien als zij zelf stilstaan dan wanneer zij zelf ook bewegen. Gedacht wordt dat dit te maken heeft met de manier waarop de hond geëvolueerd is als jager. In de hondensport is het echter juist meestal een uitgangspunt dat de hond op zijn plaats moet blijven zitten voordat hij iets moet gaan doen met bal/frisbee of ander voorwerp.

Zesde zintuig?

Veel mensen zijn er van overtuigd dat honden feilloos onze emoties aanvoelen. Of dat honden gewoon ‘weten’ wanneer ze met een kwetsbaar persoon van doen hebben. Het wordt gekscherend wel eens het zesde zintuig van honden genoemd. Alhoewel er veel bewijs is dat honden op onze gemoedstoestand reageren met specifiek gedrag, is het onduidelijk op welke signalen zij precies reageren. De kans is groot dat er weinig magisch aan dit hondengedrag is. Honden zijn nu eenmaal eeuwen lang geselecteerd en geëvolueerd op samenwerking met mensen en zijn daardoor in staat de kleinste signalen in lichaamstaal -waar wij ons vaak onbewust van zijn- op te pikken. Mensen evolueren grappig genoeg juist precies de tegenovergestelde kant op. We hebben tegenwoordig een mindfulness cursus nodig om te leren minder op ons verstand en juist meer op onze zintuigen te vertrouwen en weer meer te gaan voelen. 

mindfulness

Het gevaar loert om de hoek dat we te veel geloven in en vertrouwen op bovennatuurlijke krachten van een hond. Een kind met autisme verandert echter niet in een kind dat geen autisme heeft door enkel een hond in het gezin te plaatsen. Wel kan -onder begeleiding van iemand die daar verstand van heeft- de hond getraind worden om specifiek gedrag van een mens te herkennen en daar met specifiek –wenselijk- gedrag op te reageren.

Of we nu mens of hond zijn, we zitten duidelijk vastgeketend in onze eigen realiteit. Hoe we de wereld om ons heen ervaren is altijd vanuit ons eigen perspectief en met de beperkingen van onze zintuigen. Honden kunnen nu eenmaal niet praten, we kunnen ze dus niet vragen wat ze ruiken, denken of voelen. We kunnen ze alleen observeren en hun gedrag zo goed mogelijk interpreteren. En dan helpt het enorm als je begrijpt dat de manier waarop een hond de wereld om zich heen waarneemt op sommige punten toch echt heel anders is dan hoe wij dit doen.

Nikki Rethmeier